Informatie uitwisselen tussen zorgverleners wordt eenvoudiger
Een nieuwe beleidsregel maakt het vanaf nu eenvoudiger voor zorgverleners om informatie uit te wisselen over patiënten. Het gaat dan bijvoorbeeld om gegevens over risico’s, incidenten en gedrag die nodig zijn om beslissingen te nemen over de detentie(fasering). Het delen van gegevens kan met de nieuwe beleidsregel ook als de betrokkene daarvoor geen toestemming heeft gegeven.
Het gaat om het zogenoemde artikel 51c Wjsg. Staatscourant 2021, 41130. Dit staat voor de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. De aanleiding voor de nieuwe beleidsregel zijn de onderzoeksrapporten over het detentieverloop van Michael P. Hieruit blijkt dat het noodzakelijk is om de onderlinge verstrekking van gegevens te borgen.
Voorop staat dat degene die beslist over de detentie(fasering) en vrijheden van de gedetineerde of forensische patiënt een integer en integraal persoonsbeeld moet hebben om die beslissingen verantwoord en veilig te kunnen nemen. In de praktijk worden deze besluiten genomen door vestigingsdirecteuren, de hoofden van de rijksinstellingen voor forensische zorg en selectiefunctionarissen uit naam van de minister.
Om precies te weten welke regels gelden voor de informatieuitwisseling tussen zorgverleners in de forensische zorg is sinds kort een handreiking beschikbaar. Dit is een naslagwerk voor de alle organisaties die een rol hebben in de forensische zorgketen. Daarnaast geeft de handreiking een overzicht om eventuele knelpunten in kaart te brengen en gericht aan oplossingen te werken. De handreiking kan worden geraadpleegd via de website Forensischezorg.nl.