Straffen en maatregelen
In de justitiële jeugdinrichtingen (JJI's) en kleinschalige voorzieningen justitiële jeugd (KVJJ's) worden de vrijheidsbenemende straffen en maatregelen uit het jeugdstrafrecht ten uitvoer gelegd. Het gaat daarbij om voorlopige hechtenis, jeugddetentie en plaatsing in een inrichting voor jongeren (de zogenaamde PIJ-maatregel).
Het jeugdstrafrecht wordt toegepast op jongeren die op het moment van het plegen van een delict tussen 12 en 18 jaar oud zijn. Jongeren van 18 jaar en ouder worden in principe volgens het volwassenenstrafrecht berecht en in een penitentiaire inrichting (PI) geplaatst. Als de verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is begaan hiertoe aanleiding geven, kan de rechter evenwel besluiten om het jeugdstrafrecht toe te passen op jongeren van 18 tot 21 jaar (ten tijde van het plegen van het delict; artikel 77c Wetboek van Strafrecht).
Met de invoering van het adolescentenstrafrecht is de maximale leeftijdsgrens voor toepassing van het jeugdstrafrecht opgetrokken tot 23 jaar. Doordat er flexibel wordt omgegaan met de leeftijdsgrens in het jeugdstrafrecht en het gewoon strafrecht kan er beter rekening worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden en ontwikkelingsfase van een jongvolwassen justitiabele.
Duur van de straffen en maatregelen uit het jeugdstrafrecht
Voorlopige hechtenis
Met betrekking tot voorlopige hechtenis van jongeren, hanteert de rechter het uitgangspunt 'schorsen tenzij'. Dit betekent dat jongeren die als voorlopig gehechten in een JJI worden geplaatst, doorgaans verdacht worden van veel en/of ernstige strafbare feiten. De duur van de voorlopige hechtenis varieert. De maatregel eindigt als bijvoorbeeld de wettelijke termijn voor de inbewaringstelling of gevangenhouding afloopt en er geen verlenging wordt gevorderd of bevolen. De voorlopige hechtenis eindigt ook als deze wordt geschorst of wordt opgeheven nadat de uitspraak van de strafrechter onherroepelijk is geworden.
Jeugddetentie
In de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar krijgen jongeren maximaal een straf van 12 maanden in een justitiële jeugdinrichting opgelegd. Is een jongere 16 jaar of ouder, dan is de straf maximaal 24 maanden. De tijd die voorafgaand aan de straf in voorlopige hechtenis is doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de uit te zitten jeugddetentie. Jeugddetentie kan ook worden opgelegd als vervangende straf bij een mislukte taakstraf of bijvoorbeeld een onbetaalde geldboete of schadevergoedingsmaatregel. In die gevallen duurt de straf maximaal drie tot vier maanden. Ook ‘gijzeling’ (artikel 28 WAHV) wegens niet betaalde verkeersboetes wordt incidenteel in een JJI ten uitvoer gelegd. Dit houdt in dat de jeugdige wordt ingesloten in een JJI om hem/haar te dwingen de boete te betalen.
PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen)
De PIJ-maatregel is een behandelmaatregel voor jongeren bij wie er sprake is van een ontwikkelingsstoornis of psychische aandoening. In de volksmond heet de maatregel 'jeugd-TBS'. In eerste instantie legt de rechtbank de maatregel op voor de duur van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk. Bij een geweldsmisdrijf of een zedenmisdrijf kan de maatregel verlengd worden tot vijf jaar, waarbij het laatste jaar voorwaardelijk is. Wanneer er ook sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestesvermogens, kan de maatregel nogmaals met twee jaar worden verlengd. De maximale duur van de PIJ-maatregel is zeven jaar, waarvan het laatste jaar weer voorwaardelijk is. Als een jongere gedeeltelijk (on)toerekeningsvatbaar wordt geacht, kan een PIJ-maatregel in combinatie met een jeugddetentie worden opgelegd.
Vragen over verlenging van de pij-maatregel?
Hiervoor kan je terecht bij de gedragswetenschapper van de justitiële jeugdinrichting (JJI) waar je verblijft of bij Divisie Individuele Zaken, Verlengingen. Vragen kun je alleen stellen per e-mail: dizjeugd@dji.minjus.nl
Aantal plaatsen in JJI en recente ontwikkelingen
De operationele JJI-capaciteit bedraagt gemiddeld 525 plaatsen, verdeeld over drie inrichtingen (de rijks-JJI met drie locaties en twee particuliere inrichtingen) en 5 Kleinschalige Voorzieningen Justitiele Jeugd (KVJJ). Vanwege een jarenlange dalende bezetting zijn per 1 januari 2020 JJI Via het Keerpunt gesloten en per 1 januari 2021 JJI Juvaid. De bezetting is vanaf 2019/2020 hoger dan voorspeld. Daarom zal JJI Teylingereind de oud- en nieuwbouw in zijn geheel in gebruik nemen.
Met de KVJJ's wordt invulling gegeven aan Vrijheidsbeneming Op Maat, waarbij continuïteit van zorg, differentiatie in zorg en beveiliging en betere screening en diagnostiek ten behoeve van strafproces en behandelproces centraal staan. In het kader van het verandertraject VOM zullen de huidige JJI’s omgevormd worden tot hoog beveiligde, Forensiche Centra Jeugd (FCJ).
Soorten plaatsen
In de JJI’s worden diverse soorten plaatsen voor verblijf onderscheiden. Het belangrijkste onderscheid is kortverblijfplaatsen versus langverblijfplaatsen, en plaatsen met een regionale bestemming versus plaatsen met een landelijke bestemming.
Kortverblijf en langverblijf
Het onderscheid tussen kortverblijf- en langverblijfplaatsen hangt samen met de duur van het verblijf in de inrichting. Alle jongeren stromen in op een kortverblijfplaats. Daar verblijven zij met maximaal tien jongeren in een groep. Na gemiddeld drie maanden volgt overplaatsing naar een langverblijfgroep, tenzij vaststaat of verwacht wordt dat de jongere op korte termijn (definitief) zal uitstromen.
Op een langverblijfgroep verblijven maximaal acht jongeren tegelijkertijd. Zowel op een kortverblijf- als een langverblijfgroep worden de jongeren begeleid door twee groepsleiders/pedagogisch medewerkers.
Regionale en landelijke bestemmingen
Uitgangspunt bij plaatsing in een JJI is dat jongeren zo dicht mogelijk in de buurt van hun woonplaats worden opgenomen. Dit is van belang zodat ouders/verzorgers en andere relevante personen betrokken kunnen worden bij de opvoeding en behandeling van de jongeren in de JJI en voor het realiseren van een adequaat nazorgtraject na afloop van het verblijf in de inrichting.
Jongeren die kampen met specifieke problemen vragen meestal om een aangepaste bejegening of specialistische behandeling. Zij worden dan geplaatst op een landelijke bestemming: een speciale afdeling binnen een JJI. Dit geldt ook voor jongeren die op basis van wet- en regelgeving gescheiden van andere jongeren dienen te worden ondergebracht, zoals meisjes.
Landelijke bestemmingen
De volgende landelijke bestemmingen worden onderscheiden (inclusief het aantal plaatsen en de inrichting waar de landelijke bestemming is ondergebracht):
Forensische observatie
Deze afdeling richt zich op zogenaamd Pro Justitia-onderzoek in het kader van voorlopige hechtenis en op jongeren die reeds een PIJ-maatregel opgelegd hebben gekregen en van wie de behandeling is vastgelopen (voor advies over de voortgang van de behandeling en het al dan niet verlengen van de PIJ-maatregel). Voor forensische observatie zijn plaatsen beschikbaar in Teylingereind.
Meisjes
In de JJI’s verblijven aanzienlijk minder meisjes dan jongens. Conform artikel 9 lid 1 van de Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen (BJJ) dienen jongens en meisjes gescheiden te worden ondergebracht in een JJI. De capaciteit voor meisjes is geconcentreerd in Rijks Justitiële Jeugdinrichting De Hunnerberg.
Forensische observatie en begeleidingafdeling (FOBA)
Jongeren worden op de FOBA geplaatst wanneer sprake is van een acute crisis en een psychiatrische stoornis (bijvoorbeeld een psychose). De FOBA is de enige afdeling waar alle jongeren (preventief, kortverblijf en langverblijf) in een acute (psychiatrische) crisis kunnen worden geplaatst. Het verblijf op de FOBA duurt zo kort mogelijk (stabilisatie); het doel is terugkeer naar een reguliere groep. Er zijn twee FOBA-afdelingen in Rijks Justitiële Jeugdinrichting De Hartelborgt.
Very Intensive Care (VIC)
De VIC is eveneens gericht op jongeren met ernstige psychiatrische problematiek. De VIC is ook bestemd voor langverblijf van jjongeren met ernstige en/of chronische psychiatrische stoornissen. In Rijks Justitiële Jeugdinrichting De Hartelborgt zijn twee VIC-afdelingen.
Ernstige Seksuele Problematiek (ESP)
De landelijke bestemming ESP is bedoeld voor obsessieve zedendelinquenten. Deze doelgroep heeft speciale zorg en behandeling nodig in het kader van de recidivevermindering. Bijkomend argument om zedendelinquenten op een landelijke bestemming en niet in een reguliere groep te plaatsen, is de morele afwijzing van deze doelgroep in de JJI’s. De landelijke bestemming ESP bevindt zich in Rijks Justitiële Jeugdinrichting Den Hey-Acker.
Individueel Traject Afdeling (ITA)
De ITA is bestemd voor groepsongeschikte jongeren die door hun houding en gedrag het groepsklimaat dusdanig verstoren dat het veilige leefklimaat op de groep in het geding is. Deze jongeren zijn gebaat bij een individuele aanpak met een aangepast dagprogramma. Dat betekent dat er een 1-op-1 benadering is. De inzet is erop gericht om ook deze jongeren uiteindelijk veilig terug te laten keren in de maatschappij. Vanwege de zwaarte van de ITA-doelgroep en de wenselijkheid om de jongeren te kunnen uitwisselen/overplaatsen, is de ITA gesitueerd in drie inrichtingen: Justitiële Jeugdinrichting Lelystad, Teylingereind en Rijks Justitiële Jeugdinrichting Den Hey-Acker.
Licht Verstandelijk Beperkt (LVB)
Jongeren met een IQ onder de 70 worden geplaatst op de landelijke bestemming LVB. De LVB- problematiek vraagt om een specifieke manier van begeleiding en om specifieke kennis en ervaring bij medewerkers. Ook dient het onderwijs te worden aangepast. Voor jongeren met een lichte verstandelijke beperking zijn drie groepen beschikbaar in JJI Lelystad.
Licht Verstandelijk Beperkt met Very Intensive Care (LVB-VIC)
De jongeren die op de LVB-VIC worden geplaatst, hebben een lichte verstandelijke beperking in combinatie met ernstige psychiatrische problematiek, waarvoor zij specifieke behandeling nodig hebben (zogenaamde co-morbiditeit van psychiatrische en LVB-problematiek). JJI Lelystad beschikt over twee LVB-VIC-groepen en RJJI Den Hey-Acker beschikt over één LVB-VIC groep.
Adolescentenstrafrecht
Het adolescentenstrafrecht is per april 2014 in werking getreden.
Met het adolescentenstrafrecht is feitelijk geen nieuw rechtsstelsel naast het bestaande jeugdstrafrecht en het gewone (volwassenen) strafrecht geïntroduceerd. Het wetsvoorstel houdt in dat de toepasbaarheid van het jeugdstrafrecht op personen van ouder dan 18 jaar is verruimd. De leeftijdsgrens voor het jeugdstrafrecht is verhoogd van 21 tot 23 jaar (het was al mogelijk om jongeren van 18 tot 21 jaar te veroordelen volgens het jeugdstrafrecht). Voor de doelgroep van 18 tot 23 jaar is niet alleen de leeftijd, maar meer nog hun ontwikkeling van belang of het gewone strafrecht dan wel het jeugdstrafrecht moet worden toegepast.
De leefijdsgrens tussen beide strafrechtstelsels is voor adolescenten flexibeler geworden. Dit betekent dat bij de doelgroep van 18-23 jarigen altijd moet worden afgewogen of de toepassing van het jeugdstrafrecht, ondanks de omstandigheid dat zij meerderjarig zijn, op grond van hun persoonlijkheid en sociaal emotionele ontwikkeling, effectiever is dan het volwassenstrafrecht. Het is de rechter of rechter-commissaris die deze beslissing neemt, na daartoe te zijn geadviseerd door onder andere de (jeugd-)reclassering en het Nederlands Instituut voor Foresische Psychologie en Psychiatrie (NIFP). Indien het jeugdstrafrecht wordt toegepast, worden de vrijheidsbenemende straffen en maatregelen in een justitiële jeugdinrichting ten uitvoergelegd.
Met de invoering van het adolescentenstrafrecht zijn nog een aantal andere wijzigingen doorgevoerd. Zo kan er bij een ernstig zeden- en geweldsdelict nooit alleen een taakstraf worden opgelegd, maar altijd in combinatie met een andere straf. De oplegging van de PIJ-maatregel is beperkt tot gevallen waarin sprake is van een psychische stoornis van de dader. Ten slotte zijn de Gedragsbeïnvloedende maatregelen (GBM) uitgebreid met de mogelijkhheden van een time-out en nachtdetentie.
De justitiële jeugdinrichtingen hebben aanpassingen in het aanbod ten behoeve van de oudere doelgroep gemaakt. Hierbij wordt gekeken naar de dagindeling, behoeften en eventuele aanpassing van de basismethodiek. Daarnaast is door de JJI’s meer de focus gelegd op arbeidstoeleiding en het laten behalen van startkwalificaties door de adolescenten. Ten slotte is aandacht besteed aan de rol en betrokkenheid van het netwerk van de adolescenten. Hierbij zijn niet alleen de ouders/verzorgers van belang, maar ook hun eventuele relatie en gezin.