De directeur is verantwoordelijk voor de orde, rust en veiligheid in een Penitentiaire Inrichting (PI), Justitiële Jeugdinrichting (JJI), Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of Detentiecentrum. Om de orde, rust en veiligheid te kunnen handhaven, kan de directeur een disciplinaire straf of maatregel opleggen aan een justitiabele als die zich misdraagt. Bijvoorbeeld als hij medebewoners of personeel bedreigt, fysiek geweld toepast of spullen vernielt.
Plaatsing in een straf- of observatiecel is de meest vergaande mogelijkheid en wordt alleen toegepast in het uiterste geval. Zoveel mogelijk wordt een alternatieve maatregel of straf opgelegd. Alle gegeven straffen en maatregelen worden geregistreerd.
14 vragen en antwoorden over Afzonderen
Wanneer een ingeslotene tijdens zijn of haar verblijf in een Penitentiaire Inrichting of Vreemdelingenbewaring afgezonderd wordt, betekent dit dat hij of zij in een afgezonderde cel of kamer verblijft. Hij of zij neemt geen deel aan het dagprogramma. Er is geen contact met andere gedetineerden.
Een afzonderingscel wordt ook wel isolatiecel, strafcel of observatiecel genoemd.
Wanneer een ingeslotene tijdens het verblijf een zware overtreding begaat van de inrichtingsregels kan als straf een verblijf in de afzondering opgelegd worden.
Waar nodig kan ook vanwege psychische gesteldheid besloten worden tot een tijdelijke afzondering om weer even tot rust te komen. Deze beslissing noemen we een maatregel.
Een afzonderingscel is een cel met daglicht, afgezonderd van de verblijfsafdeling. Er is een tijdsaanduiding, een WC en in sommige inrichtingen zgn. soft meubilair bestaande uit een zitelement, kastje en tafel en voor de nacht een slaapelement.
In geval van een opgelegde straf maximaal 14 x 24 uur. De lengte van het verblijf is afhankelijk van de zwaarte van de overtreding en wordt vooraf bepaald.
Een maatregel duurt maximaal 14 x 24 uur en kan eventueel verlengd of verkort worden.
Uitgangspunt: zo lang als nodig, zo kort als mogelijk.
Bij een straf is de afzondering bedoeld als middel voor gedragsverandering en ter bescherming van de orde, rust en veiligheid van een afdeling.
Bij een maatregel is de afzondering gericht op kalmering van de ingeslotene door verblijf in een prikkelarme omgeving.
De directeur besluit tot afzondering naar aanleiding van een rapport door afdelingspersoneel. De directeur hoort zowel de ingeslotene als het personeel en neemt daarna een beslissing.
Bij een maatregel op grond van de psychische gesteldheid van de ingeslotene wordt ook advies aan een gedragsdeskundige gevraagd.
Ja.
Ja, bij de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) kan een schorsingsverzoek ingediend worden. Ook kan een klacht ingediend worden bij de Commissie van Toezicht (CvT), en eventueel beroep tegen de beslissing van de CvT bij de RSJ.
De ingeslotene mag luchten op een afgezonderde plaats. Hij mag ook bezoek ontvangen.
Hij mag niet deelnemen aan het dagprogramma (o.a. arbeid, sporten en bezoek aan het re-integratiecentrum) of contact hebben met medegedetineerden of mede-ingeslotenen.
Bij een straf: overdag een zitelement, ’s nachts matras en een deken;
Bij een maatregel: overdag een zitelement en matras, ’s nachts een matras en een deken.
Sommige inrichtingen hebben zitmeubilair van zacht materiaal.
Er is een WC, er zijn leesboeken en evt. schrijfmateriaal.
Ja, op de afzonderingsafdeling.
Elke dag is er contact met een verpleegkundige of arts.
Elke dag komt een personeelslid voor verzorgingsmomenten.
Regelmatig komt afdelingspersoneel langs voor contact met de eigen afdeling van de ingeslotene.
Bij een maatregel komt ook elke dag een gedragsdeskundige langs.
Indien gewenst komt er bezoek van een geestelijk verzorger.
Als een patiënt ernstig grensoverschrijdend gedrag vertoont – verbaal of fysiek – en zich daarop niet laat aanspreken en/of als er sprake is van overlast of aantasting van de veiligheid van hemzelf, medepatiënten en/of medewerkers, kan het besluit worden genomen de patiënt te separeren. De patiënt wordt dan in persoonlijke verblijfsruimte geplaatst om tot rust te komen. In de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) is vastgelegd dat een patiënt voor maximaal twee weken gesepareerd mag worden. Het streven is altijd het separeren zo weinig mogelijk toe te passen en zo kort mogelijk te laten duren. Het heeft de voorkeur genoemde situaties anders op te lossen. We stimuleren ons personeel om separeren als Ultimum Remedium toe te passen. Hierdoor wordt afzonderen als maatregel steeds minder toegepast. In overleg met (plv.) directeur wordt besloten of en welke andere maatregelen beter geschikt kunnen zijn.
Wanneer een jeugdige betrokken is bij feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming kan er binnen de inrichting een maatregel worden opgelegd. Deze maatregel kan uitsluiting van deelname aan een of meer activiteiten; ontzegging van bezoek; of in uiterst geval afzondering op een strafcel betekenen. De maatregel wordt door de (plv.) directeur van de inrichting opgelegd. Deze beoordeelt het feit en legt, met in acht name van impact op het pedagogische klimaat en het opvoedtraject van de Jeugdige, een passende maatregel op. Separeren als maatregel is een Ultimum Remedium en wordt binnen de Jeugdinrichtingen steeds minder toegepast. Verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat de nadelige effecten van de afzonderen het pedagogisch klimaat als het opvoedtraject ernstig kunnen verstoren.