De gevangenisdirecteur is verantwoordelijk voor de orde, rust en veiligheid in de inrichting. Om de orde, rust en veiligheid te kunnen handhaven, kan de directeur een disciplinaire straf of maatregel opleggen aan een gedetineerde die zich misdraagt. Bijvoorbeeld als hij of zij medegedetineerden of personeel bedreigt, fysiek geweld toepast of spullen vernielt. Tegelijkertijd weten we uit onderzoek dat afzonderen en isoleren schadelijke gevolgen kunnen hebben. Daarom wordt plaatsing in een straf- of observatiecel alleen toegepast in het uiterste geval. Bovendien moet de straf of maatregel altijd proportioneel zijn, toegespitst op de persoon en leiden tot herstel en een spoedige terugkeer naar de afdeling. Als het kan, wordt een alternatieve maatregel of straf opgelegd. Alle gegeven straffen en maatregelen die worden opgelegd, worden geregistreerd.
Het uitgangspunt over afzonderen en isoleren is dus: Isoleren (als straf of maatregel) wordt alleen toegepast als er geen enkel alternatief is. Als isoleren wordt toegepast, gebeurt dit zo kort en humaan mogelijk.
Deze pagina is toegespitst op afzonderen en isoleren binnen het gevangeniswezen. Afzonderen en isoleren binnen de forensische zorg en jeugddetentie wordt op een andere manier toegepast.
Vragen en antwoorden over Afzonderen en isoleren binnen het gevangeniswezen
Een ordemaatregel wordt opgelegd omdat dit noodzakelijk is in het belang van de (bescherming van) gedetineerde of de orde of veiligheid in de inrichting. Andere redenen kunnen zijn een ziekmelding of ziekte van een gedetineerde of als een gedetineerde zelf liever afgezonderd wil worden. Als dit laatste zich voordoet, bepaalt een directielid of dit redelijk en uitvoerbaar is. Isoleren al straf wordt opgelegd als een gedetineerde zich (ernstig) misdraagt. Een afzonderingscel wordt ook wel isolatiecel, strafcel of observatiecel genoemd.
De bevoegdheid om iemand af te zonderen of te isoleren zijn vastgelegd in de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) en liggen bij de directie van de inrichting. De directeur besluit tot afzondering naar aanleiding van een rapport dat is opgemaakt door het afdelingspersoneel. De directeur luistert naar zowel het verhaal van de gedetineerde als het personeel en neemt daarna een beslissing. Bij een maatregel op grond van de psychische gesteldheid van een gedetineerde wordt ook advies aan een gedragsdeskundige gevraagd.
Wanneer een gedetineerde wordt afgezonderd of geïsoleerd, betekent dit dat hij of zij in een afgezonderde cel verblijft op een speciale afdeling. Hij of zij neemt in principe geen deel aan het dagprogramma en er is geen contact met andere gedetineerden.
Wanneer een gedetineerde tijdens het verblijf een zware overtreding begaat van de inrichtingsregels kan als straf een verblijf in de afzondering opgelegd worden. Waar nodig kan ook vanwege psychische gesteldheid besloten worden tot een tijdelijke afzondering om weer even tot rust te komen. Deze beslissing noemen we een maatregel.
Bij een straf is de afzondering bedoeld als middel voor gedragsverandering en ter bescherming van de orde, rust en veiligheid van een afdeling. Bij een maatregel is de afzondering gericht op kalmering van de gedetineerde door verblijf in een prikkelarme omgeving.
Ja.
- Daglicht (raam met zicht naar buiten) en bedienbare raambekleding.
- Lichtschakelaar.
- Stromend water. Dit kan worden afgesloten als dit aantoonbaar nodig is.
- Tijdsaanduiding.
- Toilet.
- Softmeubilair: zitelement, matras en deken (eventueel scheurvest). Het softmeubilair wordt alleen weggehaald als dit aantoonbaar nodig is.
- Boeken en schrijfmateriaal.
- Goede ventilatie/verwarming.
Een afzonderingscel bevat bij voorkeur nog aanvullend:
- Tv-scherm, ontspanningsscherm of iPad.
- Warme kleur op de muur.
- Puzzels, kaarten en spelletjes.
Een gedetineerde mag luchten op een afgezonderde plaats. Hij of zij mag ook bezoek ontvangen. Bij verblijf op een afzonderingscel mag hij of zij ook douchen. Een gedetineerde mag in principe niet deelnemen aan het dagprogramma (o.a. arbeid, sporten en bezoek aan het re-integratiecentrum) of contact hebben met medegedetineerden, tenzij de directeur anders bepaalt.
Een opgelegde straf mag maximaal 14 x 24 uur duren. De lengte van het verblijf is afhankelijk van de zwaarte van de overtreding en wordt vooraf bepaald. Een maatregel duurt maximaal 14 x 24 uur en kan eventueel verlengd of verkort worden.
Elke dag is er contact met een verpleegkundige of arts en elke dag komt een personeelslid langs voor verzorgingsmomenten. Regelmatig komt afdelingspersoneel langs voor contact met de eigen afdeling van de gedetineerde. Bij een maatregel komt ook elke dag een gedragsdeskundige langs. Indien gewenst komt er bezoek van een geestelijk verzorger.
Ja, bij de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) kan een schorsingsverzoek ingediend worden. Ook kan een klacht ingediend worden bij de Commissie van Toezicht (CvT), en eventueel beroep tegen de beslissing van de CvT bij de RSJ.