Henk is 30 jaar oud. Hij heeft zijn buurman vermoord. Henk was bang dat de buurman hem in zijn macht had. Henk wilde de buurman helemaal niet doden. Maar hij wist zeker dat de buurman in zijn hoofd kon kijken. Hij meende dat de buurman hem dingen kon laten doen die Henk niet wilde doen. Henk wilde daar een eind aan maken.
Henk lijdt aan een stoornis, hij is ziek in zijn denken. Daar kan hij niets aan doen, maar dat maakt hem wel gevaarlijk voor andere mensen. Stel je voor dat Henk bang wordt dat ook die andere mensen zijn gedachten kunnen lezen. Dan kan hij zo nog iemand vermoorden. Aangezien Henk aan een stoornis leidt, acht de rechter hem ontoerekeningsvatbaar. De maatschappij moet worden beveiligd en Henk heeft behandeling nodig voor zijn stoornis. De rechter legt Henk tbs op.
Wil je meer weten over tbs?
Tbs is een afkorting van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Dit is een maatregel die door de rechter wordt opgelegd aan niet (volledig) toerekeningsvatbare mensen. Door hun stoornis zijn zij wel delictgevaarlijk. De maatschappij moet daarom tegen deze mensen beschermd worden. Daarom worden zij in een tbs-kliniek opgenomen voor behandeling. De tbs kan naast een gevangenisstraf worden opgelegd. Als ze ook tot een gevangenisstraf zijn veroordeeld, zitten ze eerst hun straf uit en gaan ze daarna naar een tbs-kliniek. Daar worden ze behandeld voor hun stoornis. Een tbs-kliniek wordt ook wel een forensisch psychiatrisch centrum genoemd.
Sommige mensen hebben een heel vreemde manier van denken. Hierdoor kunnen ze anderen mensen iets ergs aandoen. Deze mensen lijden aan een stoornis. Ze moeten leren hoe ze met die stoornis moeten omgaan. Een stoornis gaat niet over. Mensen die eraan lijden, kunnen vaak wel leren hoe ze geen gevaar meer zijn voor anderen.
Als iemand door zijn stoornis een misdaad begaat, bijvoorbeeld een moord, dan kan hij deze misdaad niet bij zijn (volledige) verstand hebben gepleegd. Dit noemen we ontoerekeningsvatbaar. Bij volledige ontoerekeningsvatbaarheid kan je stellen dat de stoornis heeft “gemaakt” dat iemand het delict heeft gepleegd.
In een tbs-kliniek leert iemand met zijn geestelijke stoornis om te gaan. Dat heet behandeling. Na twee jaar wil de rechter de tbs’er weer zien. Als de rechter vindt dat hij door de behandeling niet meer delictgevaarlijk is, mag hij de kliniek verlaten. Als de rechter vindt dat hij daar nog niet klaar voor is, moet hij in een tbs-kliniek verder gaan met zijn behandeling.