Jongeren over JJI en KVJJ/LBU: je bent hier voor jezelf
Maatwerk, jongeren begeleiden op een manier die bij hen past en eigen verantwoordelijkheid stimuleren. Het programma VOM staat voor een andere aanpak van jongeren in detentie.
Wat vinden de jongeren daar eigenlijk zelf van? Twee van hen vertellen over hun ervaringen in een JJI en vergelijken dat met hun ervaringen in respectievelijk de LBU Nijmegen en de KVJJ Amsterdam.
‘Veel te druk in de JJI met al die jongens’
De 19-jarige Damian vond het onrustig in de JJI op de groep. ‘Veel te druk met al die jongens. Ze strijden onderling de hele tijd. En ook met de groepsleiding. Daar ging ik eerst vanzelf in meedoen, terwijl ik eigenlijk een heel rustige persoon ben.’
Drie maanden verbleef Damian op een groep in RJJI de Hunnerberg. Hij heeft jeugddetentie en een PIJ-maatregel gekregen. Inmiddels verblijft hij drie maanden in de laagbeveiligde unit (LBU) van de Hunnerberg. Een losstaand gebouw buiten de hoge hekken van de JJI, bedoeld voor jongeren die meer eigen verantwoordelijkheid en minder beveiliging aan kunnen.
‘Op een gegeven moment dacht ik: ik laat me niet meer meeslepen. Je bent hier voor jezelf en dan moet je er het beste van zien te maken.’ Hij schreef een motivatiebrief om overgeplaatst te worden naar de LBU. Vooral vanwege die rust. Maar ook: ‘Je hebt hier meer zicht op de buitenwereld. Dat is fijn. En je kunt, afhankelijk van je status, meer vrijheden krijgen, zoals een PlayStation, streamingsdiensten op tv of een mobiele telefoon. De begeleiding op de groep vindt hij geen groot verschil. ‘Omdat ik vrij rustig ben, lieten ze me in de JJI ook wel met rust. Die andere jongens moesten ze wel strakker houden.
Je hebt hier meer zicht op de buitenwereld. Dat is fijn.
In de LBU moet je inderdaad meer zelf doen. De begeleiding wekt me ’s ochtends, maar daarna moet ik het zelf regelen en zorgen dat ik op tijd gedoucht en ontbeten heb voor school.’ Ook het bezoek van zijn ouders vindt hij prettiger in de LBU. ‘Omdat ze ver weg wonen, komen ze in het weekend. We kunnen dan samen koken en eten. Dat is meer relaxed, dan in zo’n kleine spreekkamer in de JJI. Of in de grote zaal met heel veel andere mensen.’
Voor Damian in de JJI kwam volgde hij een mbo-opleiding detailhandel en had hij een baantje in een kledingzaak. Met zijn opleiding wil hij zo snel mogelijk verder. ‘Omdat ik nog niet op verlof kan, volg ik nu in de JJI de mbo-klas. Dat zijn gewoon basisvakken; die vind ik niet zo leuk. Als ik wel naar buiten mag, dan hoop ik naar een gewone school in Nijmegen te kunnen gaan en stage te kunnen lopen. Ik wil later graag in een kledingwinkel werken of een eigen zaak hebben. Kleding interesseert me en je hebt in een winkel altijd interactie met andere mensen, dat trekt me aan. Daar werk ik hier dan ook aan.’
‘Nu kan ik tenminste mijn examen doen’
Een maand verbleef Elias (17) in JJI Lelystad. Daarna werd hij overgeplaatst naar de KVJJ Amsterdam, waar hij nu ruim 14 dagen verblijft. Zijn preventieve hechtenis is net met twee maanden verlengd. ‘Je hebt in de KVJJ meer vrijheid. Maar toch voel je waar je bent. Liever had ik gewoon thuis mijn zaak afgewacht. In de KVJJ is het anders dan in de JJI. Daar zit je echt vast. En kun je niets bereiken. Van de twee slechten is de KVJJ het minst slecht. Nu kan ik tenminste verder met school en binnenkort mijn examen doen. Anders was ik nog verder achter gaan lopen met alles.’
Zijn diploma halen is wat Elias wil bereiken in de KVJJ. Hij volgt de mbo-2-opleiding dienstverlening. Drie dagen in de week gaat hij zelfstandig vanuit de KVJJ naar school. De andere twee dagen loopt hij stage in een fietsenwinkel. ‘Daar help ik fietsen verkopen. Wat ik er leuk aan vind? Het is grappig dat klanten vaak gewoon niet weten wat ze willen. Daar probeer ik ze bij te helpen.’
Je hebt in de KVJJ meer vrijheid. Maar toch voel je waar je bent. Liever had ik gewoon thuis mijn zaak afgewacht.
Na school kan Elias niet blijven hangen of afspreken met leeftijdsgenoten. Volgens de regels van de KVJJ moet hij na zijn lessen meteen terugkomen. Daar heeft hij niet echt last van, zegt hij. ‘Aan het einde van de dag is het steeds mijn eigen keuze om terug te gaan. Ik heb niet zo’n moeite met luisteren. Dat had ik in de JJI ook niet. Je moet je zelf gewoon gedragen. Je weet, als je het verpest ga je terug naar de JJI. Dat wil ik zeker niet. Ik wil juist mijn proces versnellen, zodat ik mijn vrijheid terug kan krijgen. En na de zomervakantie verder kan met een vervolgopleiding. Welke weet ik nog niet. Misschien iets in de beveiliging?
De zelfstandigheid en verantwoordelijkheid die de KVJJ hem geeft, ziet Elias ook in het contact met zijn moeder. ‘Elk weekend kan ik een paar uurtjes bij haar op bezoek. Dat is beter dan dat zij mij bezoekt en achter een scherm moet zitten, zoals in de JJI. Als ik het goed blijf doen, krijg ik stap voor stap meer verlof. Zo kan ik steeds wat meer terug naar echte vrijheid.’
Om de privacy van ‘Damian’ en ‘Elias’ te beschermen, gebruiken we niet hun echte namen.