Je hebt elkaar nodig in de keten

Het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) ondersteunt ketenpartners in de jeugdstrafrechtketen bij het verzamelen en analyseren van informatie over de jongeren en hun leefomgeving. Zo krijgen én geven ze elkaar inzicht in wat nodig is om recidive te voorkomen en om de juiste zorg te bieden. Nu vrijheidsbeneming van justitiële jongeren met het programma Vrijheidsbeneming Op Maat op onderdelen verandert, betekent dat iets voor het LIJ.

Afbeelding handen op tafel

De instrumenten van het LIJ brengen in kaart wat de kans is dat een minderjarige opnieuw een strafbaar feit pleegt. Verder wordt een profiel gemaakt waaruit duidelijk wordt welke risicofactoren en beschermende factoren er zijn en aan welke leefgebieden en onderwerpen gewerkt moet worden om recidive te voorkomen. Daarnaast bevat het LIJ instrumenten die zorgen in de opvoedingssituatie en psychische problemen in kaart brengen. Elke ketenpartner kan verder werken met de informatie die eerder in de keten is verzameld.

Dynamisch Risico profiel

Selma Kors en Ingrid Schuurs (Ketenregie, ministerie van Justitie en Veiligheid) leggen uit hoe dat in praktijk in zijn werk gaat. ‘Bij de aanhouding van een minderjarige gebruikt de politie het eerste LIJ-instrument voor een risico-inschatting op recidive. Dat doen ze op basis van gegevens uit politiesystemen zoals eventuele eerdere delicten, en de leeftijd bij het eerste delict. De uitkomst is bepalend voor de vervolgstap: bij een lage score doet de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) geen strafonderzoek. Bij een midden of hoge score of een ernstig delict volgt wel een strafonderzoek. Daarvoor gebruikt de RvdK een ander LIJ-instrument. Uit dit instrument komt een Dynamisch Risico Profiel (DRP) van de jongere.
 

Illustratie dynamisch risico profiel

In het DRP staan de risicofactoren en beschermende factoren van de jongere voor verschillende leefgebieden, zoals onder andere gezin, school, relaties, alcohol & drugs en attitude. Het geeft een beeld hoeveel dynamische (veranderbare) risicofactoren bijdragen aan een groter risico op recidive. Het instrument geeft ook aan welke interventies ingezet kunnen worden om het recidiverisico omlaag te brengen. De Raadsonderzoeker kijkt welke van de interventies het meest geschikt is en gebruikt hiermee het DRP als onderbouwing van het strafadvies aan de rechtbank. De Jeugdreclassering zet hetzelfde LIJ-instrument in voor het opstellen van een plan van aanpak voor de jongere. Ze actualiseren hierbij de gegevens die de RvdK tijdens hun onderzoek heeft ingevoerd in het instrument.’

Nieuwe vragen

Met de introductie van Kleinschalige Voorzieningen Justitiële Jeugd is er een nieuwe modaliteit bijgekomen in het jeugdstrafrecht. Ingrid: ‘Daarom is in het instrument dat de RvdK invult een nieuwe vraag opgenomen: is de jongere geschikt voor plaatsing in een Kleinschalige Voorziening Justitiële Jeugd? Zo komt dat onderdeel ook in het strafadvies tot uiting.’ Selma: ‘Met medewerkers van DIZ – de DJI-afdeling die zorgt voor plaatsing van jongeren in de JJI of KVJJ- hebben we overlegd wat zij, naast het DRP, nodig hebben om een jongere goed te kunnen plaatsen. Denk aan vragen over eventueel lopende behandelingen of hulptrajecten en naar welke school of werk de jongere gaat. Met die informatie kan DJI dan direct aan de slag.’
 

Objectieve blik professional blijft nodig

Nee, het LIJ maakt de professional zeker niet overbodig, benadrukt Selma. ‘Professionals moeten zich altijd afvragen of ze het eens zijn met de uitkomsten van het LIJ. Juist de professionele blik in combinatie met een objectieve toets op basis van de gegevens uit het - wetenschappelijk gevalideerde - profiel maken een goede inschatting en besluitvorming mogelijk over de behandel- en zorgbehoefte van de jongere.’
 

Niet hetzelfde verhaal opnieuw

In de transitie naar het nieuwe justitiële jeugdstelsel onderzoekt DJI in het project Beleidsontwikkeling de mogelijkheden van een digitaal dashboard in het LIJ. Daarin komt de informatie van eerdere ketenpartners en de verblijfsinformatie uit de KVJJ of FCJ samen. Daarmee kan dan bijvoorbeeld de RvdK en jeugdreclassering weer verder voor hun taken rondom de jongere. Zo profiteert de keten van efficiënte informatieoverdracht. En natuurlijk de jongeren: ze hoeven niet hetzelfde verhaal opnieuw te doen en de maatregelen zijn beter op hun persoonlijke behoeften afgestemd.