Werken aan kwaliteit voor justitiële jeugd

De uitgangspunten van VOM - zoals meer flexibiliteit, differentiatie in zorg en beveiliging en een dagprogramma meer op maat – vertalen in visie, beleid en kwaliteitseisen voor personeel, behandeling en zorg en beveiliging. Daarmee houdt het project Beleidsontwikkeling zich bezig.

Afbeelding rode schoenen op trap

Bij de beleidsontwikkeling gebruikt VOM state of the art wetenschappelijke inzichten en toetst het beleid bij het werkveld. Ook sluit het waar het kan aan bij de ontwikkelingen binnen forensische zorg. Projectleider Imke Ridder: ‘Sommige van die ontwikkelingen passen goed bij justitiële jongeren. Denk bijvoorbeeld aan een meer groene omgeving voor rust en motivatie. Hoe zij organiseren dat behandelingen los van de leefgroep aangeboden worden of de competenties voor forensisch werkers. We hoeven niet voor alles zelf het wiel uit te vinden.’ Dat geldt ook voor de ondersteunende ICT-systemen. VOM sluit aan bij systemen die de keten gebruikt, zoals het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ).

Ruimte voor verschillende methodieken

Om maatwerk in de behandeling te kunnen toepassen, is straks YOUTURN niet meer de enige methodiek die wordt ingezet. Imke: ‘De fasering van deze methodiek past niet altijd goed bij de uitgangspunten van VOM. We laten YOUTURN niet los, maar gaan het doorontwikkelen. Daarnaast gaan we ook de methodiek SafePath inzetten. Die gaat meer uit van een systemische benadering, zodat we het netwerk van de jongere beter kunnen betrekken.’
 

Van risico’s naar vrijheden wegen

Bij VOM past dat de vrijheden van jongeren in de loop van de tijd kunnen veranderen. Het is immers geen one-size-fits-all-benadering. Nu vinden risicotaxaties vooral plaats bij plaatsing en rondom verlof. Doordat het aanbod in vrijheden en beveiliging straks in het Forensisch Centrum Jeugd (FCJ) breder wordt, wordt ook risicomanagement breder aangepakt. Zo wordt dan continu de zorg- en beveiligingsbehoefte van een jongere gewogen aan de hand van risico- en beschermende factoren. Bijvoorbeeld om te toetsen of de jongere nog op de juiste plek zit. Imke: ‘Hierbij moeten we goed onderzoeken hoe we het verhogen of verlagen van beveiligingsniveaus zo soepel mogelijk kunnen laten verlopen, zowel voor de jongeren als voor het personeel.’
 

Verschillende afdelingen, verschillende vaardigheden

En zo komen we bij een volgend thema in de beleidsontwikkeling: personeel en werkklimaat. ‘We willen hierbij behouden wat goed gaat en veranderen wat beter kan’, aldus Imke. Zo wil men in het FCJ meer competentiegericht gaan werken. Dat betekent meer aansluiten bij de kracht en vaardigheden van de jongeren. Ook vragen de verschillende afdelingen om verschillende vaardigheden van medewerkers. Imke: ‘Op een basisafdeling, waar de jongeren instromen, moeten medewerkers goed in staat zijn het netwerk en de keten te activeren in de eerste weken van verblijf. Terwijl een laagbeveiligde unit juist vraagt om jongeren te begeleiden in hun zelfredzaamheid en de keuzes die ze maken in oefensituaties. We gaan dan ook basiscompetenties voor de FCJ beschrijven en goede beschrijvingen maken van mbo-, hbo- en wo-taken. Daarnaast onderzoeken we wat het betekent voor de huidige taakverdeling (functiedifferentiatie).’
 

Zomer 2022 beleidskader gereed

Imke legt uit dat ze zich nu vooral richt op personeelsbeleid, de methodieken en risicomanagement. Later dit jaar komt daar nog bij transforensische zorg, arbeidstoeleiding en onderwijs. ‘In het afgelopen anderhalf jaar hebben we met medewerkers van de JJI’s, KVJJ’s, JJI-scholen, DJI-hoofdkantoor, jongeren en ketenpartners veel verschillende ideeën verkend voor de nieuwe manier van vrijheidsbeneming. Daaruit kwamen elementen die we verder onderzoeken. Zoals gaming of virtual reality gebruiken in de behandeling, een buddy (iemand uit het netwerk van de jongere) bij de behandeling betrekken en technologische oplossingen voor maatwerk-beveiliging. Het wordt nu tijd om een en ander concreet te maken in de beleidsstukken. Ook dat vraagt nog een lange adem en meer onderzoek. We verwachten het project beleidsontwikkeling in de eerste helft van 2022 te kunnen afronden.’