Intern Bijstand Team (IBT) en sancties

Iedere inrichting van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft 24 uur per dag een Intern Bijstand Team (IBT) beschikbaar. Het IBT wordt ingezet als de orde of de veiligheid in het gedrang dreigen te komen en medewerkers er niet meer in slagen deze met de gebruikelijke middelen beheersbaar te houden.

Intern Bijstand Team (IBT)

De inzet van het IBT gebeurt bijvoorbeeld bij incidenten of in situaties met een verhoogd veiligheidsrisico. Het IBT zorgt dan voor beheersing van de situatie en handhaving van de veiligheid voor personeel en justitiabelen.

Als het noodzakelijk is, past het team fysieke dwang toe. Bij elk ingrijpen handelt het team volgens vastgestelde richtlijnen en eenduidige, zorgvuldige procedures. Kernwoorden daarin zijn proportionaliteit en subsidiariteit: kan dit probleem ook anders dan met fysieke dwang worden opgelost? En is de mate waarin fysiek dwang wordt toegepast in verhouding met het probleem? Van elke inzet wordt een rapport opgemaakt.

In bepaalde situaties - bijvoorbeeld als het vermoeden bestaat dat er vuurwapens in het spel zijn –wordt er versterking opgeroepen. Dan wordt er een beroep gedaan op de Landelijk Bijzondere Bijstand of het Bijzondere Ondersteuningsteam (LBB/BOT) van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O). Ook kunnen specialistische eenheden van politie worden ingeschakeld.

Een IBT-team bestaat bij inzet op een eenpersoons cel uit vier leden en een groepscommandant. Bij het optreden in een meerpersoonscel uit zes leden en een groepscommandant. Alle teamleden zijn speciaal geselecteerde en opgeleide medewerkers, die de vaardigheden regelmatig trainen en jaarlijks op hun vaardigheden worden getoetst. Net als andere DJI-medewerkers in uitvoerende functies doorlopen ze bovendien jaarlijks de fitheidstest en volgen ze weerbaarheidstrainingen. De IBT-opleiding wordt verzorgd door het Opleidingsinstituut DJI. Veel inrichtingen hebben een eigen IBT; een aantal inrichtingen kan een beroep doen op het team van een nabijgelegen inrichting.

Sancties

Om de veiligheid in gevangenissen te waarborgen is het mogelijk sancties aan gedetineerden op te leggen. Gedetineerden hebben rechten, maar ook plichten. In de penitentiaire inrichtingen gelden huisregels waaraan gedetineerden zich moeten houden. De directeur van een penitentiaire inrichting is verantwoordelijk voor de orde en veiligheid en voor een ‘ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming’ in zijn inrichting. Om de orde en veiligheid te handhaven kan de directeur een disciplinaire straf opleggen aan een gedetineerde als die zich misdraagt. Disciplinaire straffen zijn bijvoorbeeld: plaatsing op een strafcel, ontzegging van bezoek of uitsluiting van deelname aan bepaalde activiteiten.

De gedetineerde kan bij de Commissie van Toezicht zijn beklag doen over een door de directeur opgelegde disciplinaire straf. Een eventueel beroep is daarna nog mogelijk bij de Raad voor de Strafrechtstoepassing.