Basisvoorwaarde zorg
Uitgangspunt van zorg tijdens detentie is continuïteit: het continueren tijdens en na detentie van al lopende zorgtrajecten. Zo staat het in de handreiking behorende bij het bestuurlijk akkoord over re-integratie van DJI, VNG en reclassering.
Elke burger is verplicht een zorgverzekering te hebben, ook de gedetineerde burger. Echter, tijdens detentie is de medische zorg voor gedetineerden geregeld via het ministerie van Justitie en Veiligheid. De verplichte zorgverzekering is daarom gedurende deze periode niet nodig. De gedetineerde schort zelf zijn lopende zorgverzekering op en activeert deze weer na vrijlating (eventueel met hulp van zijn casemanager).
Tijdens detentie blijft de verzekering bestaan, maar is geen premie verschuldigd. Als de gedetineerde geen verzekering heeft, dient hij deze aan te vragen tijdens detentie. Indien nodig, kan de casemanager daarbij van dienst zijn.
Aansluitende zorg
Bij binnenkomst in een penitentiaire inrichting brengt de medische dienst van de PI samen met de gedetineerde de zorgsituatie in kaart. Bij verslaving, psychische problemen of een licht verstandelijke beperking (LVB) bepaalt een team van psychiaters, psychologen, artsen en justitieel verpleegkundigen welke zorg de gedetineerde krijgt en op welke plaats. Als na detentie nog steeds zorg nodig is, dan wordt aansluitende zorg gezocht.
Lopende zorgtrajecten
De casemanager, die het re-integratieproces van de gedetineerde begeleidt, richt zich vooral op de continuïteit van de zorg en de informatieoverdracht die daarvoor noodzakelijk is. Als de gedetineerde daarvoor toestemming heeft gegeven, wordt informatie daarover met de gemeente gedeeld. Reclassering en gemeente kunnen informatie aanreiken over eventueel bestaande zorgtrajecten die stammen uit de periode voorafgaand aan detentie. Bekeken wordt hoe die trajecten kunnen worden voortgezet tijdens detentie. In de praktijk betreft dit meestal psychische zorg, hulpverlening bij verslaving en maatschappelijke ondersteuning.