Basisvoorwaarden re-integratie

Bijna vijftig procent van de gedetineerden pleegt binnen twee jaar na vrijlating een misdrijf dat leidt tot contact met justitie. Daarvan krijgt 27 procent opnieuw een gevangenisstraf opgelegd. Om die recidivecijfers omlaag te krijgen, is het van belang een aantal essentiële voorwaarden op orde te krijgen tijdens detentie. Dat zijn:

  • identiteitsbewijs;
  • onderdak;
  • werk en inkomen;
  • schuldenaanpak;
  • zorg.

Situatie na vrijlating

Veel gedetineerden hebben problemen met een of meer van bovengenoemde basisvoorwaarden voor een succesvolle re-integratie. Velen hebben schulden, geen onderdak of een verslaving. De re-integratieactiviteiten tijdens detentie zijn erop gericht die zaken op orde te krijgen. In het persoonlijke detentie- en re-integratieplan dat aan het begin van detentie wordt opgesteld, is opgenomen hoe de gedetineerde ervoor staat op het gebied van de basisvoorwaarden. Ook wordt vastgesteld welke acties er nodig zijn om een stabiele situatie na vrijlating te creëren.

In hun bestuurlijk akkoord hebben DJI, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de reclassering afgesproken om in samenspraak met de gedetineerde vanaf het begin van de detentie gezamenlijk aan de basisvoorwaarden te werken. In de bijbehorende handreiking staat per basisvoorwaarde beschreven wie waarvoor verantwoordelijk is en welke acties nodig zijn. Uitgangspunt is dat de gedetineerde zélf verantwoordelijk is voor zijn re-integratietraject, maar ondersteuning kan krijgen als dat nodig is.

Sociaal netwerk

Afgezien van de vijf basisvoorwaarden is er steeds meer aandacht voor het sociaal netwerk van de gedetineerde. Het wordt als zeer bevorderlijk gezien voor een goede re-integratie en het terugdringen van recidive, als de persoon in kwestie mensen om zich heen heeft die een luisterend oor en eventueel hulp kunnen bieden bij het realiseren van de basisvoorwaarden.

Herstel

Ook voor herstel is meer aandacht. Na een delict zijn relaties verstoord en is er schade aangericht. Het is zaak die verhoudingen te herstellen. Dat is de relatie van de gedetineerde met zichzelf, met eventuele slachtoffers/nabestaanden, zijn sociaal netwerk en de maatschappij. De gedetineerde kan (onder begeleiding) werken aan herstel door stil te staan bij de impact van het delict op anderen en door aan de slag te gaan met wat hij zelf nodig heeft voor gedragsverandering en een delictvrije toekomst.

Trainingen

Om de gedetineerde te ondersteunen bij het werken aan re-integratie, de basisvoorwaarden, het sociaal netwerk en herstel, biedt DJI onder meer trainingen en voorlichtingsmodules aan.