Verblijf bij vreemdelingen in bewaring
Het bestuursrechtelijke karakter van de maatregel komt zoveel mogelijk tot uiting tijdens het verblijf in een detentiecentrum. Het streven is om maximale bewegingsvrijheid te bieden aan de ingesloten vreemdeling (ook wel ingeslotene genoemd) met oog voor de orde en veiligheid.
Hierbij zijn de menselijke maat, een goede verzorging, een zinvolle dagbesteding, bevorderen van de zelfredzaamheid en de ondersteuning bij de voorbereiding van de terugkeer de belangrijkste elementen.
De vreemdelingenbewaring wordt ten uitvoer gelegd in speciale voorzieningen. Gebouwelijk is zoveel mogelijk rekening gehouden met de beleving van de vreemdelingenbewaring en is extra aandacht besteed aan vormgeving en fysieke ruimten voor activiteiten.
Plaatsing
Bij inbewaringstelling wordt de vreemdeling naar een van drie detentiecentra gebracht door de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) of de politie. Eerst wordt voor hem de meest geschikte plek gezocht. Die is afhankelijk van een aantal omstandigheden. Bijvoorbeeld of iemand geschikt is voor verblijf in een meerpersoonskamer. Plaatsing op een tweepersoonskamer is de standaard. Maar het komt ook voor dat het iemand op een eenpersoonskamer wordt geplaatst. Dit is vaak om psychische of medische redenen, door hoge leeftijd of door beperkte sociale vaardigheden van de vreemdeling. Overigens kan de vreemdeling altijd een verzoekschrift indienen tot overplaatsing naar een andere centrum of afdeling.
Binnenkomst
Om de veiligheid van personeel en van de ingeslotenen te kunnen waarborgen, worden vreemdelingen bij binnenkomst gecontroleerd met behulp van een bodyscan. Met de scanner kunnen verstopte voorwerpen aan en in het lichaam ontdekt worden. De vreemdeling ondergaat de bodyscan vrijwillig en geeft hiervoor toestemming. Indien de vreemdeling geen toestemming geeft, wordt er gevisiteerd (visuele schouw). Zijn bagage wordt nagekeken op zaken die niet zijn toegestaan. De vreemdeling mag zijn eigen kleding, schoenen en enkele persoonlijke spullen meenemen, een eventueel teveel aan bagage wordt tijdens de bewaring opgeslagen.
Vervolgens worden er een aantal gegevens verzameld over de vreemdeling, onder andere zijn voedingsvoorkeuren, geloofsovertuiging, of hij rookt en het land van herkomst. Daarnaast worden biometrische gegevens verzameld, zoals vingerafdrukken en wordt er een foto genomen. Voordat de vreemdeling naar zijn kamer wordt gebracht, ontvangt hij (digitaal) zakgeld en een binnenkomstpakket (wordt inkomstenpakket genoemd) bestaande uit onder andere linnengoed en toiletartikelen.
De vreemdeling krijgt bij voorkeur een plaats bij anderen met dezelfde culturele, etnische of geloofsachtergrond. Mannen en vrouwen leven gescheiden in het detentiecentrum, maar voor (echt-) paren en (volwassen) familieleden is er een relatieafdeling.
De ontvangst van de vreemdeling wordt zo aangenaam mogelijk gemaakt en hij wordt zo goed mogelijk geïnformeerd. Hij krijgt bijvoorbeeld bij binnenkomst een presentatie die laat zien wat iemand tijdens bewaring kan verwachten. Deze is in meerdere talen beschikbaar.
Eerste zorg bij binnenkomst
Na binnenkomst krijgt de vreemdeling binnen 24 uur een intakegesprek met een toezichthouder van de afdeling, de medische dienst en met een medewerker vreemdelingenzaken.
De detentietoezichthouder licht vooral de praktische zaken toe. Daarnaast worden huisregels aangereikt waarin bijvoorbeeld staat: welke gedragsregels er zijn, hoe boodschappen kunnen worden besteld, waar kleding kan worden gewassen en hoe bezoek kan worden ingepland.
Bij de medische dienst wordt met een verpleegkundige een vragenlijst ingevuld over de geestelijke en lichamelijke gesteldheid van de vreemdeling. Nadat een risicoanalyse is gemaakt, wordt gekeken of eventuele verdere psychische of lichamelijke zorg noodzakelijk is. Verder wordt uitgelegd op welke wijze gesprekken met de medische dienst kunnen worden aangevraagd en hoe de medische zorg binnen het centrum georganiseerd is.
Ook met een medewerker vreemdelingenzaken die de vreemdeling krijgt toegewezen, kunnen gesprekken worden aangevraagd. In een intakegesprek met de vreemdeling legt deze hem eerst uit wat hij in een detentiecentrum kan verwachten. De medewerker zal de vreemdeling tijdens zijn verblijf ondersteunen in sociaal opzicht, bijvoorbeeld door hem te helpen met het verkrijgen van de nodige reisdocumenten, zijn bagage en het contact leggen met familieleden.
De eerste twee weken worden nieuwe vreemdelingen intensief geobserveerd. Twee keer per week komen bovengenoemde disciplines bij elkaar om eventuele problemen te bespreken, benodigde acties uit te zetten en om eventueel een plaatsingsadvies te geven.
Meer informatie vindt u in de Penitentiaire Beginselenwet.
Dagprogramma
Vreemdelingen in de reguliere detentiecentra (artikel 59) mogen tussen 8.00 en 22:00 uit hun kamer. De maaltijden, waarbij rekening wordt gehouden met religieuze overtuiging en voedingsvoorkeur, eten zij in hun eigen kamer. Er wordt ook steeds vaker een avondprogramma aangeboden. In de Gesloten Gezinsvoorziening en voor artikel 6-vreemdelingen is al een avondprogramma.
In de uren waarop de kamerdeuren openstaan, kan een vreemdeling zich vrij binnen het centrum bewegen en deelnemen aan een activiteitenprogramma. De meeste vreemdelingen kunnen deze uren naar eigen wens invullen. In tegenstelling tot penitentiaire inrichtingen wordt er geen arbeid of scholing aangeboden, omdat een vreemdeling terugkeert naar het land van herkomst (en niet in de Nederlandse maatschappij) en omdat hij over het algemeen er kort verblijft. Zelfstudies zijn wel mogelijk. Verder bestaat het wekelijkse programma uit onderdelen als bibliotheekbezoek, tekenen, activiteiten in de interactieve multimedia ruimte schilderen, sport en recreatie. Tijdens feestdagen, zoals Suikerfeest, Kerst, Chinees nieuwjaar en Pesach, worden er extra (eet)activiteiten georganiseerd.
Vreemdelingen mogen telefoneren en kunnen de hele dag doorbrengen in de buitenlucht. Daarnaast hebben zij wekelijks recht op twee uur privébezoek, die zij zelf inplannen.
Een vreemdeling ontvangt dagelijks een warme maaltijd, een broodmaaltijd en koffie en thee. Ook ontvangen vreemdelingen iedere week 15 euro zakgeld. Hiermee kunnen ze bellen en boodschappen bestellen. In alle centra zijn winkelvoorzieningen waar bijvoorbeeld sigaretten en extra eten kan worden gekocht. Tevens beschikt iedere afdeling over een keuken waar ze zelf kunnen koken.
In de detentiecentra kunnen vreemdelingen ook hun kleding (laten) wassen en hebben ze eens in de zes weken recht op een bezoek van de kapper.
In de gemeenschappelijke ruimten op de afdeling is ook gelegenheid tot gericht internetgebruik. Hiermee kan een vreemdeling zich voorbereiden op het vertrek. Ter voorbereiding op het vertrek liggen in deze ruimte ook buitenlandse kranten.
Medische zorg
DJI vindt dat vreemdelingen kwalitatief goede zorg moeten krijgen die gelijkwaardig is aan de zorg in de vrije maatschappij, maar tegelijkertijd wordt er ook rekening gehouden met de bijzondere situatie van vrijheidsbeneming.
Geestelijke verzorging
Vreemdelingen mogen hun godsdienst of levensovertuiging vrij belijden en beleven en worden daarin ondersteund door geestelijk verzorgers van de belangrijkste religieuze stromingen en overtuigingen: het boeddhisme, katholicisme, protestantisme, hindoeïsme, humanisme, islam en jodendom. De geestelijk verzorgers zijn in dienst van de overheid. Zij begeleiden vreemdelingen onder meer bij het omgaan met hun verleden, hun huidige levenssituatie en hun toekomstperspectief. Zij zorgen dat mensen een kerkdienst, gebedsdienst of bezinningsbijeenkomst kunnen bijwonen. Zij bieden ook hulp tijdens acute crises. De ingeslotenen kunnen deelnemen aan groepsbijeenkomsten of individuele geestelijke verzorging krijgen.
Commissie van Toezicht
In alle detentiecentra is een Commissie van Toezicht actief. Deze bestaat uit onafhankelijke personen van buiten de inrichting, bijvoorbeeld uit de rechtelijke macht, de advocatuur, medische zorg en het maatschappelijk werk. De commissie houdt toezicht op de gang van zaken binnen de inrichting en heeft persoonlijk contact met zowel de ingeslotenen als de directeur van de inrichting. Leden bezoeken wekelijks de inrichting en hebben vrij toegang tot alle ruimten en ingeslotenen.
Vreemdelingen in bewaring kunnen bij deze commissie beklag doen over een besluit van de inrichtingsdirecteur, bijvoorbeeld over het weigeren van een bepaald bezoek. De commissie handelt deze klaagschriften af. De vreemdeling heeft ook de mogelijkheid in beroep te gaan tegen een uitspraak van de beklagcommissie bij de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming.
Ingeslotenencommissie / bewonersoverleg
Centra waar vreemdelingen verblijven op basis van artikel 59 (aangehouden binnen de grenzen) hebben ook een ingeslotenencommissie (Inco) of een bewonersoverleg, waarin afgevaardigden/vertegenwoordigers van de vreemdelingen zitten. Maandelijks bespreken zij met een afdelingshoofd de lopende zaken, eventuele vragen en veranderingen binnen de inrichting.
Personeel in een detentiecentrum
Werken in een detentiecentrum stelt speciale eisen aan medewerkers. Een vreemdeling die wordt ingesloten, kan bijvoorbeeld heftige emoties ervaren en daar moet het personeel mee kunnen omgaan. Afscheid nemen van het idee om in Nederland een nieuw bestaan op te bouwen, leidt bij vreemdelingen in het begin nog wel eens tot een shock. Later volgt de ontkenning, woede of wantrouwen, waarna vaak de berusting komt. De medewerkers – detentietoezichthouders - zijn speciaal opgeleid om de vreemdelingen te begeleiden en te helpen. Eerst met de acceptatie en daarna met het voorbereiden op de terugkeer. De detentietoezichthouders, die onder meer getrained zijn in multi-culturaliteit en het hanteren van conflicten, hebben dagelijks contact met de vreemdelingen. De toezichthouders dragen een aangepast uniform.
Vrijwilligers
Vanuit maatschappelijk oogpunt zijn in de detentiecentra vrijwilligers actief. Deze kerkelijke en niet-kerkelijke vrijwilligers leveren een bijdrage aan het welbevinden van de vreemdelingen door ondersteuning van de geestelijk verzorger of de activiteitenbegeleider. Voor zij in de detentiecentra aan de slag gaan, krijgen zij eerst een training.